Geïndividualiseerde klinische fytotherapie

Een medicinaal gebruikte plant heeft het vermogen om een globale werking te bieden door op meerdere niveaus te werken en door verschillende lichaamsfuncties te reguleren. De veelheid en de complementariteit van de verschillende bestanddelen bieden de mogelijkheid om het lichaam te reguleren en te ondersteunen en niet uitsluitend de geïsoleerde tekortkoming van het ene of het andere orgaan te verhelpen.
 


Zo is ruim twintig jaar geleden de geïndividualiseerde klinische fytotherapie ontwikkeld, waarbij wetenschappelijke kennis van planten en hun stoffen wordt gecombineerd met kennis van hun therapeutische werking op de fysiopathologie van ziekten.

In die dagen was de markt voor voedingssupplementen nog maar weinig ontwikkeld en bestond voornamelijk uit enkele associaties van multivitaminen en mineralen. 

 

De kennis over probiotica was ook beperkt. Hun gebruik beperkte zich tot de levensmiddelenindustrie (yoghurtproductie, wijnfermentatie) en diervoeder. Echter wel bekend was dat, vooral door het gebruik van gefermenteerde melk (yoghurt, lassi in India enz.), dat ze het darmcomfort konden verbeteren. Ook was men bekend met het belang van een gezonde spijsverteringsflora en wist me dat deze een belangrijke rol speelde bij het opnemen van voedingsstoffen.

 

Deze observaties brachten Dr. Leclerc, oprichter van het PiLeJe laboratorium, ertoe een innovatief onderzoekspad in te slaan: een formule ontwikkelen die het lichaam in staat zou stellen om van deze melkzuurbacteriën, waarvan men de rol vermoedde,  te profiteren zonder dit toe te passen op de voeding.  
Dit onderzoek leidde tot het ontstaan van de eerste gezondheidsoplossing en bestond uit een combinatie van probiotische stammen die in Frankrijk werd verkocht. 

Synergetische verbindingen

 

In de fytotherapie tonen talrijke ervaringen en wetenschappelijke publicaties het belang aan van het combineren van planten, in vergelijking met het gebruik van een enkele plant. 
Bij een gezondheidsprobleem kunnen we vaak efficiënter zijn als we ten minste twee complementaire planten met elkaar combineren: hun respectievelijke eigenschappen worden bij elkaar opgeteld voor een betere werking tegen een bepaald probleem. We hebben het dan over synergetische verbindingen.

Bronnen : 

  1. Eric Lorrain (2019) Grand Manuel de phytothérapie. Editions Dunod.
  2. Alain Carillon. Place de la phytothérapie dans les systèmes de santé au XXIème siècle, 2009.
  3. Website van het Europees instituut voor plantaardige stoffen : https://www.iesv.org/la-phytotherapie-clinique-individualisee/la-phytotherapie-clinique-individualisee/